'Het leukste deel van een controle? Op bezoek bij de onderneming zelf.'
Ron, Controlespecialist
24 mrt 2021
‘Mijn eerste controle herinner me ik nog als de dag van gisteren. Het was 1992 en ik controleerde een speelautomatenhal in Amsterdam. Na uitgebreid onderzoek kwam ik uit op een correctie van drie miljoen gulden, exclusief een boete van 50%. Wekenlang zat ik met zweet op mijn voorhoofd te bedenken hoe ik dat slechtnieuwsgesprek moest aanpakken. Ik besloot advies in te winnen bij ervaren collega’s en ging het gesprek aan met de ondernemer. ‘Als ik dat bedrag nou morgen kom betalen’, zei hij rustig, ‘ben ik er dan vanaf?’ Ik was met stomheid geslagen. Had ik me daar nou zo druk om gemaakt? Dat gesprek was een belangrijk leermoment.
Carrièrekansen zien
Bijna 43 jaar geleden, in 1976, ben ik bij de Belastingdienst gestart. Ik had de mavo afgerond, zat op de havo, maar was het leren beu en wilde gewoon aan het werk. Bij de Belastingdienst beviel het werk inhoudelijk én was de sfeer leuk. Ik ben blijven hangen en heb verschillende functies vervuld. In de jaren 80 maakte ik kennis met het werk van controlemedewerkers. Deze specialisten controleren of ondernemers zich wel aan de wet- en regelgeving van de Belastingdienst houden. Als controlemedewerker kom je bij verschillende bedrijven over de vloer en leer je veel verschillende branches kennen. Dat leek me wel interessant. Om belastingcontroleur te worden moest ik in de avonduren mijn vwo-diploma halen én de interne opleiding van drie jaar doen. Maar dat had ik er graag voor over.
De stappen in het controleproces
Een controle begint vaak met de voorbereiding op kantoor. Je onderzoekt welke bronnen je hebt van de onderneming en vergelijkt die bijvoorbeeld met branchegegevens. Daarna maak je een controleprogramma waarin je vastlegt wat je gaat controleren en hoe je dat precies gaat doen. Vervolgens komt het leukste deel van de controle: op bezoek bij de onderneming. Daar leg je de aangifte naast de werkelijkheid, duik je de administratie in en voer je gesprekken met de ondernemer.
“Het leukste deel van een controle? Op bezoek bij de onderneming zelf.“
Amsterdam: daar gebeurde het
Als controleur heb ik zo’n beetje elke vaktechnische verdieping gedaan die er is – van omzet-, inkomsten- en vennootschapsbelasting tot transfer pricing, invordering en loonheffing – maar ik heb het vak écht in de praktijk geleerd in Amsterdam. Daar heb ik onder meer gewerkt in het team Bijzondere Aanpak.
Ik controleerde bordelen, stripclubs en disco’s, maar ook coffeeshops, bouwbedrijven en autogarages. Dan maak je genoeg bijzondere dingen mee. Ik was bijvoorbeeld bezig met een meerdaagse controle bij een autozaak toen er een aanslag werd gepleegd. Iemand had ’s nachts een enorme ravage veroorzaakt met een bazooka. Stond ik daar de volgende ochtend, met mijn aktetas. ‘Jeetje, daar zul je wel van balen’, zei ik tegen de eigenaar. ‘Valt wel mee’, zei hij droogjes. ‘Daar ben ik voor verzekerd. Ik baal meer van die aanslag die jij me straks gaat opleggen.’
Meer tijd voor familie
Na een flinke hoeveelheid vlieguren in Amsterdam heb ik de overstap gemaakt naar het belastingdienstkantoor in Lelystad. Mijn vrouw heeft gezondheidsklachten, dus ik wilde dichter bij ons huis in Almere werken om de kinderen te kunnen opvangen. Dat is zo fijn aan werken bij de Belastingdienst: omdat je grotendeels zelf je week kunt indelen en ook af en toe kunt thuiswerken, kun je privé en zakelijk beter in balans brengen. Dat is voor mij heel belangrijk.
Vakkennis doorgeven
Naast controlemedewerker ben ik ook docent. Ik geef geregeld les in controletechnieken, boekhoudkundig inzicht en vermogensvergelijking. In al die jaren bij de Belastingdienst heb ik me ontwikkeld tot een specialist met een brede kennis van zaken en het geeft veel voldoening om dat door te geven aan anderen. Ik ben inmiddels 60, maar ik heb de energie en werkmentaliteit van een dertiger. Zolang dat zo blijft wil ik nog lang niet stoppen met werken.’