'Wij zijn eigenlijk een tech start-up, maar dan binnen de FIOD'

Als data scientist ligt de wereld letterlijk aan je voeten. Kijk maar naar Niels en Ronald: de een werkte bij Booking en KLM; de ander liep stages bij Hema en KPN en begon daarna als trainee in de consultancy. Toch zijn ze inmiddels collega’s bij de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingdienst (FIOD). De reden achter die overstap? It’s all in the CoDE…

Wat houdt data science bij CoDE precies in?

Niels: ‘CoDE staat voor Center of Data Expertise. Waar onze rechercheurs vroeger vaak met een grote doos vol ordners uit een pand kwamen, zijn dat tegenwoordig vooral computers, servers en smartphones. In een digitale wereld, moeten onze rechercheurs dus weten hoe ze uit beschikbare data informatie en inzichten kunnen halen. Wij faciliteren ze daarin.’

Ronald: ‘We zijn een multidisciplinair team van zo’n 20 developers waaronder data scientists, data-engineers, front-enders, back-enders en DevOps-ers, aangevuld met product owners en een UX-designer. Juist die wisselwerking maakt ons team erg krachtig. In mijn vorige baan was de impact van mijn werk een stuk kleiner. Hier integreren we onze modellen in concrete applicaties, die gebruikt worden door rechercheurs om het opsporingswerk te vergemakkelijken.’

“Wat wij hier bouwen kan de doorslag geven bij het oprollen van een criminele organisatie. Dat is gewoon vet.”

Kunnen jullie een voorbeeld geven van zo’n applicatie?

Niels: ‘De data die de FIOD in beslag neemt, is steeds vaker internationaal van aard. Voor een Nederlandse rechercheur is het lezen van chats, e-mails of documenten in een vreemde taal vaak lastig. En gezien de aard van de data – vaak geclassificeerd als staatsgeheim – kunnen we dit niet zomaar door Google Translate halen. Dus hoe kunnen wij alleen de relevante info uit miljoenen teksten filteren, als we niet weten wat erin staat? Hiervoor hebben we onze eigen vertaalapplicatie ontwikkeld, gebouwd op Deep Learning modellen, die in staat is om automatisch teksten naar het Nederlands te vertalen.’

Ronald: ‘Dit is een goed voorbeeld voor hoe we bij CoDE meestal werken, we werken namelijk vooral aan generieke oplossingen voor onderzoeksoverstijgende uitdagingen. En dat doen we van de experimentatie- tot en met de implementatiefase. Ik durf wel te stellen dat we met onze tooling vooroplopen in ‘opsporingsland’. We werken met de nieuwste technologieën in vakgebieden zoals Natural Language Processing en Computer Vision. Wat het beste werkt in de open source community, zetten wij in om onze software te ontwikkelen.’

Wat is jullie toegevoegde waarde bij CoDE?

Niels: ‘De hoeveelheid data per persoon neemt alsmaar toe. We sturen en ontvangen continu berichten, maken talloze foto’s en zijn altijd online. Een crimineel doet dat ook, en laat zo zijn sporen na. Die groeiende hoeveelheid data biedt mogelijkheden voor de opsporing, maar is enkel zo nuttig als je verwerkingskracht. Wij helpen de rechercheur om deze verwerkingskracht te vergroten; en geven als het ware extra instrumenten om zijn of haar werk te doen.’

Ronald: ‘Ja, en doordat we agile werken kunnen we iteratief applicaties verbeteren en uitbreiden. Neem de vertaalapplicatie; als er een nieuwe taal toegevoegd moet worden – zeg Roemeens – dan komt dat vanuit een rechercheur via een product owner bij ons terecht. En dan gaan wij uitvogelen hoe we dat kunnen realiseren.’

Wat voor plek neemt CoDE in binnen de grotere FIOD-organisatie?

Ronald: ‘We zijn een kleine, informele club binnen de vrij formele wereld van opsporing. In het begin dachten mensen dat we een soort ‘magie’ bedreven, maar inmiddels zijn er veel rechercheurs actief betrokken bij de (door)ontwikkeling van onze tools.’

Niels: ‘Om onze FIOD-collega’s hierin mee te nemen, organiseren we workshops over data science waarin we uitleggen wat het inhoudt en wat de mogelijke toepassingen zijn. Samen genereren we op die manier nieuwe ideeën en oplossingsrichtingen om het opsporingsproces binnen de FIOD nog verder te verbeteren. Zo’n workshop hebben we zelf bedacht; de vrijheid die je daarin krijgt is prettig om te ervaren.’

Ronald: ‘Je kunt hier ook zelf invulling geven aan de functie van data scientist. De één duikt wat meer achter het scherm, een ander vindt het leuker om in gesprek te gaan met rechercheurs. Het voelt een beetje als een start-up, maar tegelijkertijd zijn we wel dé centrale ontwikkelingsclub binnen de FIOD.’