FIOD

'Ik zeg echt niets teveel als ik zeg dat ik als Forensisch IT-expert die échte spin in het web ben. Een web dat omvangrijk is.'

Sebastiaan, Medewerker opsporing bij de FIOD

24 mrt 2021

“Iedere iPhone heeft toch een uniek imei-nummer? Die ontdekking of wetenschap maakte dit onderzoek ineens een stuk eenvoudiger. In plaats van het doorspitten en -akkeren van honderden, misschien wel duizenden dossiers konden we nu een algoritme loslaten op data om transacties bloot te leggen die duidden op criminele activiteiten. En ja, toen dat lukte was ik trots hoor. Dat is dan echt een succes dat we samen vieren met het team!”

Aan het woord is Sebastiaan, sinds begin 2019 medewerker opsporing bij de FIOD. En wat dat voor hem betekent legt hij graag uit, want hij heeft een superleuke en interessante functie zoals hij zelf zegt.

Carrousel, en niet op de kermis…

“Ja joh, btw-carrouselfraude. Er gaat zoveel geld in om. De Nederlandse samenleving loopt daardoor zoveel geld mis. Wat het precies inhoudt? Het is een vorm van belastingfraude waarin gesjoemeld wordt met de afdracht en teruggave van btw. Goederen, in dit geval dus iPhones die een enorme waarde en dús btw vertegenwoordigen, worden continu doorverkocht binnen een groep van vennootschappen, waarbij wel btw wordt teruggevraagd maar niet afgedragen.

Het is de FIOD er dan ook alles aan gelegen om dat soort fraude te bemoeilijken en zo mogelijk te voorkomen. Toen wij de opdracht kregen om in deze zaak te duiken, waren we dan ook enorm gemotiveerd om die tot een goed einde te brengen. En dat is gelukt. Maar voor het zover was…

FIT-er

Als medewerker opsporing heb ik de rol van zogenoemde ‘FIT-er’, een afkorting die staat voor Forensisch IT-expert. Als FIT-er werk ik - met standplaats Amsterdam in én voor heel Nederland. Mooi hoor en ontzettend veelzijdig. Als FIT-er én digispecialist ben ik namelijk aanspreekpunt en vraagbaak voor de eerstelijn-digi’s die digitale diensten leveren en data veiligstellen en inzichtelijk maken voor onze rechercheurs. Op de tweede plaats coördineer ik de werkzaamheden van die digi’s in mijn regio: één van de zes waarin Nederland is verdeeld door de FIOD. Én ik houd me – en ik zou haast zeggen uiteraard – natuurlijk vooral  bezig met de opsporing. En dan niet per se in de letterlijke zin van het woord, maar vooral in een signalerende rol: hoe kan de FIOD zich verbeteren? Welke software moet worden aangeschaft of ontwikkeld om fraude te kunnen herkennen of liever nog te voorkomen? Welke tech-nieken en/of methodieken zijn succesvol en leiden tot resultaat? Hoe kunnen we de samenwerking ver-sterken met bijvoorbeeld de Belastingdienst? Van hen leren? Of andersom? Ik zeg echt niets teveel als ik zeg dat ik als FIT-er die échte spin in het web ben. Een web dat omvangrijk is. Een web ook dat steeds groter wordt. En complexer. Binnen de FIOD krijg ik dan ook veel ruimte en mogelijkheden om mezelf te ontwikkelen en bij te blijven. Er zijn regelmatig zogenoemde expertgroepen waarin je met collega’s praat over trends binnen het vakgebied. Waarin je strategieën en encrypties onder de loep neemt en probeert uit te vogelen. Te standaardiseren. Ik bezoek conferenties en woon lezingen bij. Eigenlijk leer ik nog steeds en iedere dag opnieuw!

“Ik zeg echt niets teveel als ik zeg dat ik als FIT-er die échte spin in het web ben. Een web dat omvangrijk is. Een web ook dat steeds groter wordt. En complexer.”

Ploffer

Binnen de FIOD is het woord ploffer veelgebruikt en een variant van het woord plof-bv waarmee een onderneming wordt aangeduid die via een tussenpersoon wordt geliquideerd (turboliquidatie) én de schuldeiser, in dit geval de Belastingdienst het nakijken heeft. Het woord is oorspronkelijk afkomstig van het woord plofkip dat in 2012 door Onze Taal werd verkozen tot woord van het jaar en waarmee vleeskuikens worden bedoeld die zodanig zijn doorgefokt dat ze zo snel groeien dat ze in 42 dagen zijn volgroeid en ‘slachtrijp’ zijn. Toen wij in deze btw-carrouselfraude dan ook de zoveelste ploffer in onze data tegenkwamen, wísten we gewoon dat op het goede spoor zaten. Dan is ook onder de collega’s een zekere opluchting voelbaar dat de efforts én het lerend vermogen van de FIOD vruchten beginnen af te werpen. En zoals gezegd: dan zijn we trots. En dat mag ook, want je kunt best spreken van een triomf als je zo’n omvangrijke zaak tot een goed einde weet te brengen. Dat smaakt naar meer en wat mij betreft geldt dan ook: op naar de volgende!”