'Ik krijg hier vrijheid en vertrouwen.'
Gerald, fiscalist inkomensheffing en kansspelbelasting
25 mrt 2021
Gerald is fiscalist inkomensheffing en kansspelbelasting. “Mijn werkpakket is heel breed. De ene keer handel ik de aangifte inkomstenbelasting van een grote ondernemer af. En een andere keer ga ik in gesprek met iemand die in de problemen zit door een gokverslaving. En als ik dat dan zo kan doen dat de klant er niet aan onderdoor gaat, ben ik trots.”
Wat beteken je voor burgers bij kansspelen?
“Gokverslaving is iets wat ik veel tegenkom. Dan heeft iemand bijvoorbeeld al het spaargeld vergokt, zonder dat de familie het weet. Die mensen krijgen een aanslag, terwijl ze niets meer hebben. Daar worstel ik weleens mee. Ik kan dan nog iets voor ze betekenen door helder uit te leggen waarom ze de aanslag krijgen en welke mogelijkheden er nog zijn.
Nog beter is het natuurlijk als ik mensen de ogen open, zoals laatst bij iemand die gokte met geld van zijn werkgever. Nadat ik hem benaderde, biechtte hij het op. Hij is ontslagen, maar zag het als een kans om het anders te doen. Dat zijn mooie ervaringen.”
Wat hebben ondernemers aan je inzet?
“Er zijn ondernemers die veel geld van de eigen bv lenen en wij op basis van de financiële situatie, vermoeden dat ze het niet meer kunnen terugbetalen. Ik ga met hen in gesprek. Soms worden dat vervelende discussies. Soms zijn er ook mensen die inzien dat het uit de hand loopt en samen met mij willen nadenken over oplossingen."
Je komt uit het bedrijfsleven. Waarom stapte je over naar de Belastingdienst?
“Tot 2015 werkte ik bij Deloitte, vaak tot laat in de avond. Toen ik eenmaal vrouw en kinderen had, wilde ik privé en werk beter combineren. Ik hoorde dat de Belastingdienst veel aandacht besteedt aan een gezonde werk-privé balans.”
Maakt de Belastingdienst die verwachting waar?
“Jazeker. Ik krijg veel vrijheid en vertrouwen. Zeker in coronatijd. Mijn kinderen zijn 5 en 3 jaar oud en dan kan je niet altijd zeggen: 'Ga maar zitten, papa gaat boven werken'. Ik moet soms wat werktijd inleveren, omdat ik met de kinderen bezig ben of hen naar school breng. Dat haal ik dan later in. Mijn leidinggevende toont daar begrip voor. Daar voel ik me erg in gesteund.”
Wat kan er beter?
“Er zijn soms veel lijntjes waar je mee moet afstemmen. Zo deed een ziekenhuis laatst een verzoek tot vooroverleg ter voorbereiding van de aangifte. Het ging om inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting én loonheffingen waar verschillende collega’s naar moeten kijken. We besloten tot een gezamenlijk overleg, maar de afspraak werd afgezegd door een collega. Dan vertraagt de zaak omdat je van elkaar afhankelijk bent.”
Wat kan je daar zelf aan doen?
“Laatst moest ik een aanslag opleggen, ook daarvoor had ik weer informatie van verschillende collega’s nodig. Ik herinner hen dan aan de deadline en benadruk: 'Als ik jullie antwoorden niet heb, moet ik uitgaan van mijn eigen informatie'. Natuurlijk stem ik dat dan wel vooraf vaktechnisch af, zodat de aanslag wettelijk in orde is. Zo probeer ik onze efficiency te verhogen.”
Waar ben je trots op?
“Dat ik met veel verschillende mensen van allerlei niveaus samenwerk en die contacten goed kan onderhouden. En als ik iemand met een gokverslaving zo kan helpen dat hij of zij er toch niet aan onderdoor gaat: dan ben ik ook trots.”