‘Met de juiste mensen, data en samenwerking hebben we geen Panama Papers meer nodig.’
Martin, Teamleider Verhuld Vermogen van Grote Ondernemingen, Unit Landelijk toezicht
24 mrt 2021
‘Voor veel mensen is de Belastingdienst een instituut. Na 30 jaar hier zie ik het meer als een levend organisme. De Belastingdienst groeit mee met de wensen in de samenleving, en ik heb mede daardoor mezelf kunnen ontwikkelen. Ik kwam binnen als belastinginspecteur van MKB-bedrijven, ben daarna leidinggevende van meerdere teams geweest in diverse regio’s, en ben sinds 2019 teamleider Verhuld Vermogen binnen de directie Grote Ondernemingen. Die variatie in werkzaamheden en de vrijheid om je eigen interesse te volgen maakt dat ik hier nog steeds niet uitgekeken ben.
Verhuld vermogen
Al in 2000 werd een van de speerpunten binnen de Belastingdienst ‘vermogen in het buitenland’. Mensen die via een buitenlandse bankrekening of zogenaamde offshore-constructies – denk aan een lege bv op de Kaaimaneilanden – hun vermogen buiten ons zichtveld wilden houden, werden opgespoord en konden via een inkeerregeling alsnog aan hun belastingplicht voldoen. Door de Panama Papers in 2015 werd het belang hiervan alleen maar groter, wat resulteerde in een nieuw team waarvan ik leidinggevende werd. Verspreid over alle kantoren in Nederland werken zo’n 250 medewerkers aan het programma Verhuld Vermogen; wij vormen als het ware een team van experts daarbovenop.
Samenwerken met collega’s én burgers
Mijn team bestaat uit accountants en fiscalisten. Doorgaans werken er meerdere specialisten aan een dossier; ieder brengt zijn eigen expertise in. Maar samenwerken gaat verder binnen de Belastingdienst: met andere teams en afdelingen, met de fiscus van andere landen – bijvoorbeeld via de EU en de OESO – maar zeker ook met belastingplichtigen zelf. Wij willen niet slechts de controleur achteraf zijn, de vraag is hoe we dat kunnen realiseren. Want de Belastingdienst moet inmiddels wel zo’n 11 miljoen particulieren en 2 miljoen bedrijven van dienst zijn. Dat vraagt om het bewandelen van nieuwe wegen. Denk bijvoorbeeld aan horizontaal toezicht, waarbij we vooraf met ondernemingen in gesprek gaan en ze een soort keurmerk verlenen op basis van wederzijds vertrouwen. Maar ook de vooringevulde aangifte is een manier waarop we het makkelijker maken voor mensen en de kans op fouten – al of niet bewust – voorkomen. Win-win dus.
Inspelen op de toekomst
Wat wij niet zien, kunnen we niet onderscheppen. En er zullen altijd mensen blijven die op creatieve wijze buiten ons zicht proberen te blijven. 25 jaar geleden openden mensen daarvoor een bankrekening in België, daarna werd het Luxemburg, Zwitserland, Hong Kong en Cyprus. Maar steeds meer landen delen hun gegevens internationaal. Dus werden bankrekeningen vervangen door buitenlandse bv’s met een stroman aan het roer of andersoortige beleggingsproducten. Als Belastingdienst moeten we dus continu op zoek gaan naar trends en de vraag stellen hoe wij daar effectief op kunnen reageren. Op dit moment zijn virtuele valuta bijvoorbeeld zo’n trend waar wij ons in verdiepen.
De grootste uitdaging hierbij is het verzamelen, combineren, analyseren en interpreteren van data, waarbij we uiteraard rekening houden met regels en wetgeving op het gebied van het gebruik van persoonsgegevens en geheimhoudingsplicht. Hoe borgen wij alle data die we hebben en kunnen we daar binnen de wet het maximale uithalen? Dat vraagt ook om andere competenties van onze mensen; je wordt meer researcher dan accountant. Je trekt aan een touwtje waarvan je niet weet hoe lang het is en wat je gaat losmaken. Wij moeten minstens zo slim zijn als de mensen die informatie voor ons willen achterhouden. Hoe beter dat lukt, hoe minder afhankelijk we worden van zoiets als de Panama Papers.’