'Er wordt hier al heel snel aan je gevraagd of je de kar wil trekken, ook al ben je nog maar bij je tweede opdracht.'

‘Na mijn bachelor Bedrijfseconomie heb ik een master Data science gedaan in Tilburg. Ik behoorde tot de tweede lichting studenten; dat zegt zeker iets over de positie en ontwikkeling van ons vakgebied. Tijdens mijn studie liep ik stage bij een online marketingbureau. Daar ontwikkelde ik datamodellen om online advertising te optimaliseren. Door het jonge team en de leuke werkomgeving had ik het erg naar mijn zin. Er werd me een baan aangeboden, maar ik dacht: is dit echt wat ik zoek? Ik wilde me in mijn toekomstige baan in elk geval nuttig maken en continu ontwikkelen.

Mijn vader én zus werken er, maar gek genoeg kreeg ik de Belastingdienst als potentiële werkgever pas in mijn vizier door een Facebook-advertentie. Ik heb me direct verdiept in de mogelijkheden en besloot te solliciteren. Al snel mocht ik op gesprek komen. Dit eerste gesprek vormde het begin van een stevig sollicitatietraject, gevolgd door een assessment en nog een gesprek. Het uitgebreide traject vond ik prettig; juist door de verschillende stappen heb ik alle ruimte gekregen om te ontdekken en aan te geven wat ik wil.

Hele dagen programmeren en modelleren vond ik namelijk niets voor mij. Ik wilde me graag breed ontwikkelen en deze wens werd al tijdens het eerste gesprek opgepikt. Niet alleen de techniek, maar juist de koppeling tussen techniek en business leek me interessant. Ik wilde de vertaalrol vervullen tussen de technische mensen en de mensen die uiteindelijk met de producten gaan werken. Zodoende koos ik voor de functie van business-analist. Een schot in de roos – de vrijheid en verantwoordelijkheden die ik al vanaf dag één kreeg, waren precies waar ik naar op zoek was. En ook de diversiteit van mensen hier is interessant; er werken niet alleen data-analisten of scientists, maar ook econometristen, antropologen en psychologen.

Momenteel werk ik aan een project waardoor ik vooral de hoeveelheid en types data leer kennen. Uit alle bronsystemen komen data binnen. In het systeem staan alle klantgegevens; hier wordt het customer lifecycle-datafundament van gemaakt. De vraag hierbij is: hoe krijg je uit dat systeem een 15-tal tabellen die overzichtelijk weergeven wat mensen allemaal ‘hebben’? Een eigen bedrijf, een eenmanszaak of een bv? En hoeveel aandelen? Hier leer ik veel over hoe systemen en de opwerking van data werken. Ik stel mezelf de vraag: waar zitten de mensen die modellen op deze data bouwen nu echt op te wachten? Ga je bij beantwoording van vragen sleutelen aan modellen die al in productie zijn, of niet? Dit betekent veel schakelen met gebruikers van het datafundament. Hoe kan ik ze het best van dienst zijn, is dan mijn achterliggende vraag.

Ondanks het feit dat ik nu meer technisch werk verricht in Teradata en met SAS Data Integration Studio werk – via de grafische interface – wil ik later nóg meer een schakelrol vervullen. Ik wil me dus meer gaan focussen op de vooronderzoeken. Wat wil je bijvoorbeeld van een 2.0 versie? Welke fundamenten pakken we op? En wordt het dan een minor of major update? Die mogelijkheid om mezelf verder te ontwikkelen krijg ik ook en dat maakt de Belastingdienst voor mij een fantastische werkgever.’